MARIUS ADRIAAN HERMAN KERREBIJN
* 10 Oktober 1882, Den Haag, Nederland
† 15 Junie 1930, ‘s-Gravenhage, Nederland
Gedig
Klaas Vakie, 1919. Opgedra aan sy ouers.
Pianis, solis en komponis
In sy geboortejaar was daar ongeveer 7,8 miljoen siele in Nederland.
Die gedig van Keet wat Kerrebijn getoonset het, is Klaas Vakie (1919). Hierdie handgeskrewe toonsetting is gevind in die AD Keet Nalatenskap, tesame met die oorspronklike gefrankeerde koevert waarin die toonsetting aan Keet gepos is. Kerrebijn het die toonsetting aan sy ouers opgedra.
Marius Kerribijn was die seun van die musikant Abraham Kerrebijn en Femmetje Nachbar. Sy eerste musiekles het hy van sy pa, ‘n stafmusikant by die Grenadiers en Jagers in Dunkler, ontvang.
Op dertienjarige leeftyd ontvang hy opleiding by die Koninklijke Muziekschool ‘s-Gravenhage. Onder leiding van Ling Wirtz en Carel Wirtz studeer hy teorie, kontrapunt en klavier. Henry Viotta onderrig hom in komposisie. Kerrebijn het die Nicolaï prys vir komposisie ontvang.
Met eervolle vermelding verlaat hy die musiekskool in Desember 1902 en vertrek na Berlyn. Hier voltooi hy, onder leiding van Friedrich Gernsheim en Ferruccio Busoni sy verdere musikale ontwikkeling. Hy het ook ‘n draai in Parys gemaak vir opleiding.
Die komposisies van hom wat bekend was, is twee konsert-overtures, Suite Duimelingetje en Lux in Tenebris vir bariton, vrouekoor en orkes. Die Suite en Lux is onderskeidelik in 1913 en 1918 uitgevoer onder leiding van Willem Mengelberg, met sang deur die bas-bariton, HC van Oort. Vir Lux in Tenebris het hy Dukaat van Gulden 6.50 (‘n geldprys) en ‘n Diploma ontvang.
Kerrebijn het as solis sowel binne- as buitelands opgetree. Tydens en na sy aktiewe loopbaan het hy musiekopleiding in ‘n verskeidenheid musiekinstansies in Nederland aangebied.
In ‘n berig in De Nieuwe Courant (Woensdag 29 April 1914), skryf ‘n joernalis oor ‘n uitvoering van Hekking (tjellis) en Kerrebijn. Laasgenoemde se persoonlikheid kom soos volg na vore: Twee kunstenaars, wier nature vrij sterk contrasteeren: Marius Kerrebijn ietwat droomerig, peinzend, in zichzelf gekeerd, zijn spel neigend tot verfijning en verinnerlijking; Gerard Hekking expansief, spontaan, vol vurigen gloed en temperament, dat zich, als het maar even kan, een uitweg baant; waar de een zich uitleeft, bedwingt zich de ander, en omgekeerd.
Hy trou met Emma Anna Pijnappel-Opets, 10 dae voor sy dood.
Die sterwensberig in Die Nieuwsblad van het Noorden, Woensdag 18 Junie 1930: Te ‘s Gravenhage is plotseling overleden op 47-jarigen leeftijd, de bekende musicus Marius Kerrebijn. In een muzikale familie opgegroeid, bezocht Kerrebijn, die een geboren Hagenaar was, het Kon. Conservatorium voor muziek, waar hij een diploma voor solo-pianospel en den Nicolaï-prijs voor compositie behaalde. Hij voltooide zijn studie in het buitenland, n.l. te Berlijn en te Parijs. Hij heeft met verschillende composities naam gemaakt en is in ons land en in Duitschland, Frankrijk, Engeland en Zweden met success als pianist opgetreden, ook met eigen werk. Ook als dirigent, o.a. met het Concertgebouw-orkest te Amsterdam, heeft Kerrebijn lauweren ge-oogst. Kerrebijn’s Orkestsuite op. 8 is te Malmö (Zweden) bekroond. Hij was sinds eenige Jaren o.m. hoofd-leeraar voor piano aan de Rotterdamsche Muziekschool van Toonkunst.
’n Gedenksteen is op sy graf in Nieuw Eykenduyen opgerig: Gisteren is op Nieuw Eik en Duinen een gedenksteen onthuld op het graf van den verleden jaar overleden Marius Kerrebijn, in leven pianist, componist en oud-leeraar aan de muziekschool van „Toonkunst" te Rotterdam. De voorzitter van het comité, de heer A. J. J. L. Moolenburgh, bracht namens de familie dank aan alle aanwezigen voor hun komst en aan allen, die financieel het plan steunden voor deze onthulling, welke men heeft willen verrichten op den verjaardag van Marius Kerrebijn. Nadat spr. het monument aan de familie had overgedragen, schetste dr. J. Schoemaker Marius Kerrebijn als kunstenaar en als mensch. De gedenksteen is uitgevoerd in witte Jura-steen en bekroond met een lier, waaronder de woorden: „Zijne vereerders". Voorts werd er eenige bloemstukken op het graf gelegd.
Kerrebijn se oeuvre behels 23 komposisies in 4 tale, wat in 33 publikasies, opgeneem in 38 biblioteke voorkom. Hy het nie met ander Afrikaanse tekste gewerk nie.
MAH Kerrebijn se graf - Haagsche Courant
Zaterdag, 3 Oktober 1931
Briewe
Uittreksel uit brief van AD Keet Snr aan AD Keet Jnr, 7 September 1956. Rina is Keet snr se vrou en Ellen is Keet snr se een dogter, wat op die Eisteddfod gespeel het, en later by Kaapse Universiteit haar musiekopleiding ontvang het:
Die datum van die foto kon nie verkry word nie
Toonsetting: Klaas Vakie